Tegenwoordig wordt fotografie absoluut als kunstvorm gezien, maar dit is beslist niet altijd zo geweest. Om je uit te leggen hoe dit precies zit nemen we je mee in een korte geschiedenis over fotografie als kunstvorm
De beginjaren van de fotografie
Fotografie werd uitgevonden in de jaren 30 van de 19e eeuw. In deze beginperiode van de fotografie waren er op fotografisch gebied twee groepen mensen in te delen. Namelijk de groep welke een foto puur beschouwden als document, in tegenstelling tot de groep mensen welke fotografie betitelden als vorm van artistieke expressie. En het is precies de spanning die deze tweedeling met zich meebracht, wat fotografie als kunstvorm zo ontzettend heeft beïnvloed.
Jaren 60 en 70
De periode rond 1960/1970 was een zeer belangrijke periode voor de acceptatie van fotografie als kunstvorm. Het was immers het tijdperk van het postmodernisme, en er werd flink met fotografie geëxperimenteerd. Onder andere Robert Rauschenberg, Jan Dibbets en Andy Warhol zijn belangrijke namen in het lijstje fotografen. Robert Rauschenberg als conceptueel kunstenaar, en Dibbets en Warhol binnen de popart-stroming.
De status van fotografie als kunstvorm heeft vanaf de jaren 70 dan ook een ware vogelvlucht genomen, en meer en meer artiesten kozen er voor om fotografie als hoofdmedium te gebruiken in hun kunstprojecten.
Aan de man brengen
Maar wat is de waarde van kunst wanneer niemand het hebben wil? Dit is altijd een van de hoofdvragen die naar voren komt wanneer we praten over kunst in het algemeen. Dit geld dus ook voor fotografie als kunstvorm. Je kunt als fotograaf nog zo’n mooie foto’s schieten, als er geen afnemer voor is die er zijn geld aan wil spenderen, hoeveel waarde heeft een foto dan?
Een typisch voorbeeld is het verhaal van de Franse fotograaf Eugène Atget. Hij bood in 1902 diverse foto’s aan welke hij gemaakt had van ‘Les Petits Environs de Paris’. Zijn plan was ze te verkopen aan de verantwoordelijke voor de fotocollectie van het Londense Victoria & Albert Museum, meneer Grove. Grove was echter niet erg onder de indruk van de afbeeldingen, gezien fotografie in die tijd vooral een middel was om architectuur, gebeurtenissen of kunstobjecten vast te leggen, en niet als kunstvorm an sich. Zodoende betaalde Grove slechts 1,25 franc voor de 572 foto’s van Atget.
Heden ten dage zijn de foto’s van Atget van onschatbare waarde bevonden en worden ze geveild voor enorme bedragen bij allerhande internationale veilingen. Atget’s foto’s zijn inmiddels opgenomen in diverse fotocollecties waaronder die van het MoMA en het Metropolitan.
Hedendaagse fotografen hebben het op dit vlak gelukkig een stuk gemakkelijker, en hoeven niet meer te bewijzen dat fotografie kunst kan zijn. Het wordt niet enkel meer gezien als een simpele technische procedure, maar echt als betekenisvolle kunstvorm.