Om het begrip schilderkunst zo precies mogelijk te omschrijven, is het van belang om te beginnen met de basis. En dat bedoelen we letterlijk. Voor schilderkunst is namelijk een zogenaamde ‘drager’ nodig. Deze drager is doorgaans een canvas, een op een spieraam opgespannen doek, gemaakt van ongebleekt katoen, linnen of halflinnen. De drager kan echter ook gemaakt zijn van een ander materiaal zoals steen, hout, kunststof, metaal, papier of karton. In feite is elke ondergrond waarop geschilderd kan worden een mogelijke drager.
Verf
Verf is vervolgens het medium waarmee de afbeelding op de drager wordt aangebracht. Het bestaat doorgaans uit drie componenten, namelijk twee vloeibare elementen en één vast element. Het vaste element is pigment of kleurstof, hetgeen de verf zijn kleur geeft. De vloeibare delen zijn een bindmiddel dat vast wordt na droging, en een verdunner of medium. Het laatste element zorgt er voor dat de verf vloeibaar genoeg is om soepel over de drager uit te kunnen strijken. Voorbeelden van bindmiddelen in verf zijn olie, hars of synthetische hars. Het soort verf ontleent zijn naam dan ook vaak aan het bindmiddel dat er in zit. Olieverf heeft dus olie als bindmiddel, acrylverf een kunststof polymeerhars binnen de acrylgroep en latexverf bevat vloeibaar rubber.