Verschillende schilderstechnieken

De verschillende schilderstechnieken zijn in feite onder te verdelen drie typen. Zo zijn namelijk de schilderstechnieken waar op basis van de gebruikte verfsoorten wordt geclassificeerd. Daarnaast zijn er schilderstechnieken op grond van de manier waarop de verf aangebracht wordt. En tot slot is zijn er schilderstechnieken op basis van de wijze van uitbeelden.

Gebruikte verfsoorten

Er zijn vele schilderstechnieken op basis van de gebruikte verfsoorten te onderscheiden, we zullen echter slechts de meest voorkomende hier omschrijven. Om te beginnen is er het aquarelleren. De schilder maakt hierbij gebruik van een waterverf. Dit is een sterk transparante verf welke geen bindmiddelen bevat en oplosbaar is in water.

Bij frescoschilderingen maakt een schilder gebruik van natte kalk als drager waarin met pigmenten geschilderd wordt. Wanneer de kalk droogt vormt het één geheel met de verf. De naam fresco betekend letterlijk ‘vers’ in het Italiaans.

Gouache is in feite de tegenhanger van aquarel. Waar bij aquarel de verflaag transparant is, is deze bij gouache dekkend. De gebruikte verfsoort wordt eveneens aangeduid met de naam gouache, maar in de volksmond wordt dit ook wel plakkaatverf genoemd. Dergelijke verf wordt doorgaans enkel op papier gebruikt, gezien de hechting op andere dragers slecht is.

Tempera of eitempera is een zeer oude schilderstechniek. Het woord tempera betekend mengen en ontleent zich uit het Latijn. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een verf bestaande uit een emulsie van eidooier, water en pigmenten, en is ontzettend duurzaam. De vroegst bekende tempera schilderingen zijn dan ook portretten van mummies uit het Oude Egypte.

Was-schilderen is eveneens een bijzonder oude techniek, waarbij de pigmenten worden vermengd met hete bijenwas, hars en nog een aantal stoffen. Men vermoed dat deze techniek ontstaan is rond de jaren 1.000 voor Christus, maar het exacte jaartal is moeilijk te achterhalen. Was-schilderen wordt overigens ook wel encaustiek genoemd.

Wijze van aanbrengen

De lijst van schilderstechnieken welke worden gekenmerkt door de wijze van aanbrengen is eveneens zeer lang. Een aantal zeer bekende hiervan zijn onder andere airbrush, gesso en tamponneren. Bij airbrush wordt de verf door middel van verneveling op de drager aangebracht. Hiermee kunnen zeer verfijnde overgangen in kleur worden gecreëerd, als ook zeer strak lijnenwerk. Bij gesso worden één of meerdere lagen gips aangebracht op de drager, wat na droging fijn wordt opgeschuurd. Dit zorgt voor eer zeer gladde en egaal witte ondergrond. Tamponneren is een schilderstechniek waarbij de verf met een stugge kwast al deppend en stotend op de ondergrond wordt aangebracht. Bij het tamponneren kan al dan niet gebruik gemaakt worden van een sjabloon.

Wijze van uitbeelden

Bij schilderstechnieken welke ingedeeld worden door de wijze van uitbeelden, is het voornamelijk het eindresultaat waaraan de naam zich ontleent. Denk bijvoorbeeld aan de trompe-l’oeil techniek, waarbij de techniek zo realistisch is dat het de ogen kan bedriegen. In het Frans betekend het woordt trompe-l’oeil dan ook ‘bedrieg het oog’. Gezichtsbedrog dus. Monochroom schilderen is eveneens een goed voorbeeld van een schilderstechniek op basis van uitbeelding. Een monochroom schilderij is namelijk een schilderij dat eenkleurig is. Enkele van Claude Monets werken uit de serie ‘House of Parliament’ worden als monochroom beschouwd.